Stichting Sonbross

Algemeen

Stichting Sonbross is opgericht op 20 november 1997 en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 23088377. Het RSIN is 806521272. Zij is gevestigd te Papendrecht. De Stichting is met ingang van 1 januari 2008 door de Belastingdienst erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).

De Stichting treedt niet actief in de publiciteit, maar respecteert wel de ANBI-vereisten van publieke rapportages en presentatie op internet via www.sonbross.nl.

Beleidsplan

1. Doelstelling

De Stichting heeft ten doel het doen van uitkeringen in de vorm van subsidies of anderszins, zoals omschreven staat in de statuten:

*Aan instellingen die zich richten op culturele, wetenschappelijke, ideële, sociale, levensbeschouwelijke, charitatieve en/of andere algemeen maatschappelijke doeleinden;

*Ten behoeve van projecten van culturele, wetenschappelijke, ideële, sociale, levensbeschouwelijke, charitatieve en/of andere algemeen maatschappelijke aard;

*Aan personen die behoefte hebben aan financiële ondersteuning vanwege betrokkenheid bij instellingen en/of projecten hiervoor omschreven dan wel in verband met studie in of onderzoek naar onderwerpen die verband houden met de hiervoor omschreven doeleinden

*Zomede al het geen daarmee in de meest ruime zin verband houdt.

De Stichting richt zich in het bijzonder op instellingen, projecten en personen, die gevestigd, respectievelijk gelegen zijn in de wijde omgeving van Papendrecht.

De Stichting heeft geen winstoogmerk.

2. Missie en visie

Missie. De Stichting heeft als missie: “Het verbeteren van de wereld begint bij onszelf en begint vandaag.”

Visie. Door weloverwogen bijdragen aan herkenbare doelen wordt meerwaarde gecreëerd die verder gaat dan een simpele donatie. Gezamenlijk hebben wij de verantwoordelijkheid om de wereld te verbeteren door de beschikbare middelen op verantwoorde wijze ter beschikking te stellen.

3. Uitkeringsbeleid

Binnen de doelstelling van de Stichting wordt meer dan 90% van de ontvangen middelen bestemd voor hetzij een uitkering ineens dan wel voor de toezegging van ondersteuning voor meerdere jaren.

Het uitkeringsbeleid is voornamelijk gericht op projecten aangedragen door een beperkt aantal (grotere) organisaties, welke bij voorkeur gedurende een aantal jaren kunnen worden gevolgd. Dat betekent dat door deze toezeggingen voor (meestal) meerdere jaren er geen of slechts weinig financiële ruimte is voor andere projecten.

Voor de toekenning van een aanvraag moet minimaal worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • Duidelijke omschrijving van het project;
  • In enige relatie tot Papendrecht en/of verdere omgeving;
  • Herkenbaarheid van de bijdrage in het totaal van het project;
  • Duidelijke terugkoppeling en verantwoording van de mate van de te bereiken doelen;
  • Door de meerderheid van de bestuursleden als waardevolle bijdrage worden erkend;
  • Niet ten doel hebben persoonlijke belangen te behartigen;
  • Geen ethische twijfels of illegale praktijken bedrijven.

Voorts wordt er naar gestreefd de beschikbare middelen toe te kennen aan diverse bestemmingen, zoals specifieke medische zorg, algemene hulpverlening, culturele doelen en overige kleinschalige steunfondsen.

De jaarlijks toe te kennen bedragen dienen minimaal 90% van de inkomsten te bedragen, maar gemiddeld nooit meer dan de jaarlijkse inkomsten.

4. Uitvoeringspraktijk

Aanvragen voor een bijdrage kunnen worden voorgedragen door:

  • Bestuursleden
  • Relaties van bestuursleden
  •  Rechtstreekse benadering door derden

Het bestuur vergadert minimaal tweemaal per jaar. Tijdens deze vergaderingen wordt op basis van de vermogenspositie allereerst de omvang van voor uitkering beschikbare middelen vastgesteld. Vervolgens worden de aanvragen besproken en geëvalueerd en wordt binnen de financiële mogelijkheden een afweging gemaakt welke projecten en in welke mate te steunen.

Voorst wordt van de eerder toegekende projecten op basis van de ontvangen (tussentijdse) rapportages nagegaan of aan de verwachtingen wordt voldaan en wordt zo nodig getracht bij te sturen.

5. Aard en wijze van verkrijging der middelen

De Stichting verkrijgt haar middelen uit een organisatie die de Stichting als onafhankelijke organisatie wenst te gebruiken om gelden te bestemmen voor goede doelen. Er worden daarnaast geen gelden van derden aangetrokken of beheerd.

6. Bestuur

Het bestuur bestaat uit vier personen, waarvan twee bestuurders bij voorkeur behoren tot de familie en/of naasten van de donerende organisatie alsmede twee externe bestuurders die geen familierelatie hebben met de eerder genoemde bestuurders. Het bestuur benoemt één van de twee externe bestuurders tot voorzitter. Voorts benoemt het bestuur uit zijn midden een secretaris alsmede een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.

Als regel komen in de bestuursvergadering in ieder geval de volgende punten aan de orde:

  • Vermogenspositie
  • Evaluatie van nieuwe aanvragen
  • Bespreking van de voortgang van lopende projecten.

Iedere bestuurder heeft recht op het uitbrengen van één stem. Het bestuur besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen in een bestuursvergadering heeft de voorzitter van het bestuur een beslissende stem. Dit kan in de praktijk werken als een soort vetorecht, hetgeen zich niet verdraagt met de opvatting dat zich binnen het bestuur voldoende kritische massa moet kunnen ontwikkelen en er ook oppositie mogelijk moet zijn.

Daarom zal bij de eerst volgende statutenwijziging deze bepaling worden geschrapt.

7. Kosten

De Stichting maakt minimale kosten voor het realiseren van haar doelstelling:

  • Kosten voor vergaderingen worden niet aan de Stichting in rekening gebracht;
  • Bestuurders ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden. In voorkomende gevallen kan een onkostenvergoeding worden verstrekt onder overlegging van bewijsstukken en goedkeuring door de voorzitter.
  • Naast enige bankkosten worden er verder geen kosten gemaakt voor het beheer en werving.

8. Administratieve organisatie

Gedurende het jaar ontvangt het bestuur diverse aanvragen voor ondersteuning. In de halfjaarlijkse bestuursvergaderingen worden deze aanvragen besproken en geëvalueerd.

In geval van onvoldoende duidelijkheid of vragen over de voorgedragen projecten, zal door één van de bestuurders nadere informatie worden ingewonnen met terugrapportage naar de overige bestuursleden.

De bestemming van gelden wordt vastgelegd in de notulen van de vergadering, waarna de penningmeester overgaat tot betaling.

Ieder halfjaar legt de penningmeester verantwoording af over de geldstromen en de vermogenspositie.

Toegezegde uitkeringen en stellig voorgenomen uitkeringen worden opgenomen in de Bestemmingsreserve.

De penningmeester toont halfjaarlijks aan de hand van een computeruitdraai de onderbouwing aan van de beschikbare liquide middelen en de aansluiting met de bankrekeningen.

De middelen van de Stichting worden uitsluitend en alleen aangewend voor de door het bestuur toegezegde uitkeringen.

De toegezegde maar nog niet betaalde uitkeringen worden op een bankrekening aangehouden en kunnen niet voor andere doeleinden worden aangewend.

De penningmeester wordt in de eerste vergadering van ieder kalenderjaar  over het daaraan voorafgaande boekjaar gedechargeerd.

9. Liquidatiesaldo

Volgens de statuten van de Stichting bepaalt het bestuur de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de Stichting dient te zijn.

Deze bepaling voldoet niet aan de huidige vereisten van de ANBI, maar overgangsrecht is hier van toepassing. Bij de eerste toekomstige statutenwijziging dient de vereffeningsbepaling in overeenstemming te worden gebracht met het thans heersende recht, dat wil zeggen dat een batig liquidatiesaldo uitsluitend in overeenstemming met de doelstelling en de bedoeling van de begunstigers wordt besteed ofwel moet worden besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortig doel.

Het bestuur

Papendrecht, 2 juni 2020